Van de boer en de boerin
Je kunt niet zeggen, dat boer Teun en zijn vrouw rijk zijn. Ze zijn eigenlijk zo arm als de mieren! Ze hebben zeggen en schrijven één koe, die maar vijf druppeltjes melk per dag geeft en hun akkertje is ook al niet veel soeps. Op zekere dag hebben ze er schoon genoeg van. Ze gaan de koe verkopen! Dat levert vast een mooi centje op! Als boer Teun bedenkt wat hij dan allemaal kan kopen, zingt hij het vrolijk uit in ‘Doewakkedoe met koe’.
Op weg naar de markt komt hij een koopman met een schaap tegen. Volgens de koopman is dat niet zomaar een schaap, maar een toverschaap! Als je hem scheert en de wol een nachtje bewaart, heb je de volgende dag zilver! De boer weet niet hoe snel hij zijn koe moet ruilen voor het schaap, maar de volgende dag blijkt, dat hij er in gelopen is! De wol is geen haartje veranderd!
Zijn vrouw stuurt die dommerik meteen terug naar de markt. Wee zijn gebeente als hij niet een mooie prijs maakt voor het schaap! Maar het loopt een beetje anders. Hij komt een vrouw met een kip tegen. En dat is volgens de vrouw niet zómaar een kip! Nee, die kip kan mooier zingen dan het hele Urker Mannenkoor bij elkaar! De koning betaalde een zak met goudstukken voor één optreden! De kip mag dan nu wel wat schor zijn, maar met een beetje hoestdrank is dat zó verholpen! Boer Teun snapt, dat je stinkend rijk kunt worden met zo’n kip en hapt onmiddellijk toe, als de vrouw de kip wil ruilen voor zijn schaap. Ach, hoe dat afloopt hoor je in ‘De kakelcantate’. Is hij er wéér ingelopen!
Dan zal de boerin het zelf wel eens opknappen! Ze gaat op pad om de kip voor zo veel mogelijk geld te verkopen. En dat zou zeker gelukt zijn, als ze onderweg niet een koopman met een pilletje was tegengekomen. Wie dat pilletje inneemt en tot tien telt wordt zo mooi als een filmster! Nou, dat heeft de boerin haar hele leven al gewild en in een moment van zwakte ruilt ze de kip voor het pilletje. Thuis slikt ze het in, telt tot tien en dan: ziet ze er nog precies zo uit als daarvóór!
Nu hebben ze niets meer! Wanhopig zingt de boer zijn ‘Wanhoopslied’. Maar dan neemt een lieveheersbeestje het zingen over. Het geeft een goede raad; niet bij de pakken neerzitten, aan de slag en dan komt alles goed! Dat is niet aan dovemansoren gezegd. Luister maar naar de boer en de boerin in ‘Ik voel aan mijn klompie’. Ze zullen het wel rooien, die twee!
Downloads:
speelschema
vellen voor in de poppenkast
Beste,
Begrijp niet goed hoe het werkt met uw cd word de tekst ook voorgelezen zodat je enkel de poppen moet bewegen of hoe gaat het?
Heb zelf één paar kleinkinderen en ik zou ze wel eens willen verrassen met een vertoning.
Groete GT